Het was dit jaar weer lastig kiezen uit het grote aanbod films in Rotterdam. Afgaande op twee regels tekst en een fotootje pik je op goed geluk een paar titels. Van de vele films die je ziet springen er dan toch nog een paar uit. Enkele juweeltjes hadden, toevallig of niet, hetzelfde thema gemeen: Terug naar de natuur, of liever de onmogelijkheid daarvan.

Duidelijkste was dat in ‘Calling’ van de Poolse cineast Marcin Dudziak. We volgen een vader en zijn jonge zoon tijdens een boottocht door het woud. Ze genieten van de natuur en elkaar. Veel wordt er niet gezegd, ze ogen gelukkig. De serene sfeer wordt plots wreed verstoord door de komst van een man en zijn twee companen die de vader geld en drank af troggelen. Wat onschuldig  leek wordt ineens gevaarlijk. Het is de ontmoeting van de jongen met de boze buitenwereld. Een inwijdingsritueel voor het echte leven. Zelfs in de natuur ben je niet veilig.

In het Australische ‘Charlie’s country’ van Rolf de Heer volgen we de aboriginal Charlie. Zijn land is afgepikt door de blanke man. Wanneer hij een buffel neerlegt met zijn vriend wordt zijn geweer afgepakt door de politie. Dan maar een speer gemaakt, maar ook die wordt hem afgenomen. Hij raakt het beu en trekt in zijn eentje het bos in om weer net als zijn voorouders van de natuur te leven. Op zijn moederland wil hij sterven. Maar als hij ziek wordt terug gevonden in het bos wordt hij met het vliegtuig naar het ziekenhuis in Darwin gebracht. Eenmaal opgeknapt gaat hij weer terug naar de rand van de stad waar hij met andere aboriginals een daklozenbestaan leidt met veel drank. De zwervers worden opgepakt door de politie en belanden in de cel. De wens om terug naar de natuur te gaan is voorgoed opgegaan in rook.

Degene die het schijnbaar nog het beste lukt om één te zijn met zijn omgeving is schaapherder Pacifico in de Italiaanse film ‘La creazione di significato’ van Simone Casanova. Hij leeft met zijn vrouw in de  Apuaanse Alpen een rustiek bestaan. De opening is tekenend. We zien de man na het melken van zijn schapen met een halfvolle emmer een bergpad afdalen. Na vijf minuten bereikt hij een soort natuurlijke koelkast, waar hij zijn melk bewaart. En dan weer terug omhoog. Zijn idyllisch leven wordt bedreigd door de komst van een hoge snelheidslijn door het gebied. Het is een conflict tussen het oude en het nieuwe Europa. Hier spreekt hij over met een Duitse toerist, die mogelijk zijn boeltje wil overnemen, aan de keukentafel in een lange scène. Het boerenbestaan van weleer is gedoemd te verdwijnen. Het is niet anders. Die verbeelde wrange situatie is enigszins vergelijkbaar met het prachtige ‘Het is een schone dag geweest’ van Jos de Putter over het laatste jaar dat zijn ouders boer kunnen zijn.

In ‘Atlantic’ van Jan-Willem van Ewijk  zien we de jonge Marokkaanse visser Fettah die verliefd wordt op een Nederlandse toeriste Alexandra (gespeeld door Thekla Reuten). Hij verlaat zijn moederland Marokko om haar met de surfplank over de oceaan achterna te gaan naar Europa. Terug naar de natuur is hier, met enige goede wil, gesublimeerd tot terug naar de oorsprong. Hij ziet in de toeriste namelijk zijn te vroeg overleden moeder. En via de oceaan (baarmoeder?) wil hij terugkeren naar zijn allereerste liefde: zijn moeder. Wellicht wat vergezocht, maar het levert wel een prachtige film. Peter de Jaeger.