De expositie die ontstond in de periode van 21 tot en met 27 september tijdens het project Interference 2013: Evilution?, werd op vrijdagavond 27 september geopend door het kunstenaarscollectief Eddie The Eagle Museum. De route bestond uit kunstwerken van zeer uiteenlopende aard. Daardoor was het boeiend om rond te lopen op het Mammoetterein, een voormalig industrieterrein in Breda-Noord. Je zag steeds iets anders. De beelden hadden elk hun plek op het terrein, met genoeg afstand per kunstenaar.
Onontkoombaar en aanwezig als een constante stroom van geluid, was het werk van Augusto Meijer. Hij trachtte te verleiden met het geluid van de toekomst. Dit was met het omgevings geluid er bij, een mooie mix van wind, krekels, ritselende rietstengels, geluid van koeltoren, stemmen en wapperende vlaggen. Aanwezig bij elk beeld dat je bekeek, omdat de geluidsboxjes verspreid hingen en lagen over het terrein, dat werkte als een soort super geluidsbox.
Het ei van Ina Smits en Victor Engbers was zo dominant aanwezig dat het als vanzelf een soort icoon dreigde te worden. De gele cabine die zij tegenover het ei plaatsten om van daaruit als de laatste mens het laatste ei te bewaken, vond ik eigenlijk een veel beter beeld. Aan de binnenkant beplakt met talloze foto's, allerlei attributen en nog meer voorwerpen die de aanwezigheid van 'mensen' aangaven.
Voor het werk van Loek Grootjans moest je een container binnengaan. In een zwart geblakerd decor stond een tafel met goudkleurig aluminium als tafelblad, waarin de inscriptie: The Beginning Of The World
(89 years later)
after Brancusi's
Le Commencement du monde (1924)
(not to be confused with Courbet's L'origin du monde)
obtained by donation (the inner part)
gold plastic abtained as plastic bag to carry purchased goods
tape purchased
Tekst op de tafelrand: Storage for Distorted Matter (Obj.0014). De stilte binnen met rondom geluiden die nauwelijks doordrongen met het lampje boven de tafel die het beeld in een gelige cirkel van licht plaatste. Je werd als vanzelf onderdeel van deze installatie. Daarbuiten stapte je meteen in fel licht richting boomstam van Jeroen Kuster. Deze Rotterdamse kunstenaar liet zich verleiden een aantal dagen buiten de ornamenten van plastic te smeden, die als een soort oesterzwammen in sierlijke rangschikking uit de stam van de berkenboom leken te groeien. Een enkele had de kunstenaar met een rode kleur overgoten.
Als je verder liep, ontmoette je de monsters van Jelle de Graaf. Eerder carnavaleske robotachtige levensgrote visachtige figuren dan dat je het als ‘eng’ ervoer. Zij stonden in water, dat meters diep leek door de weerspiegeling van licht. Een stuk verder, op het droge, een grote blauwe schorpioen. De Graaf maakt zijn beelden van gevonden plastic attributen. Hiervoor struint hij regelmatig de straten af. Onder de blauwe lucht, de schrale wind, het geluid van Meijer, de atmosfeer van dit lege en verlaten industrieterrein met in de verte de kerktoren van de Grote Kerk van Breda, gaf een rustig gevoel deze wezens te ontmoeten. En gefascineerd te kijken naar de ‘drietand’ van Neptunes die lichtjes heen en weer zwaaide in de wind.
Terug naar de hal van de toekomstige Skatehal. Hier werk van Atelier van Lieshout (Insect Experimental). Fokkast met larven die zich ontpoppen tot insecten om vervolgens geconserveerd en wellicht opgegeten te worden. Deze installatie viel door de immense hoogte en grootte van de hal een beetje in het niet. Als je er niet op gewezen werd, liep je er gewoon langs. Jammer. Hier had een soort kader omheen gebouwd kunnen worden, door de organisatie of Van Lieshout zelf. Neemt niet weg dat de aanwezigheid van een werk van Atelier van Lieshout dit project van Interference omhoog haalt.
Parallel aan de hal, een gang met drie videoprojecties van Afterlight, een visie op de toekomst. Beelden die opgebouwd werden uit bewegende geometrische figuren, vierkanten, cirkels en ander soortige lijnen. Met een geraffineerd spel met kleur en knappe animatie.
Buiten Startel, kunstenaarsduo uit Haarlem, met Kill your Darwins. 100.000 speciaal gefokte vliegen werden in een gazen hok losgelaten. Op de grond een opgespannen doek met het portret van Darwin in lijm hierop afgebeeld. Met de idee dat in de loop van de week vliegen dood hierop zouden vallen en het portret van Darwin zouden vormen. In mijn beleving was dit project mislukt. Maar volgens de betreffende kunstenaars Jan Starken en Mark Schotel, juist gelukt. Er werd wat overheen geveegd zodat overtollige vliegen er af rolden en zie, met toegeknepen ogen zag je inderdaad iets wat leek op een portret.
Marijke Hooghwinkel