Het kan raar lopen. Zeker in Zeeland. Mijn vader (1915) liep als jong menneke elke dag vijf kilometer op zijn klompen van de kleine pachtboerderij aan de Hogeweg, waar zijn vader ‘zetboer’ was, naar de kleuterschool op Slijkplaat, een gehucht onder Hoofdplaat in Zeeuws Vlaanderen. Bij slecht weer bleef hij gewoon thuis. Dat vond hij niet erg, want hij ging niet graag naar school. Op en rond ‘’t plekje’ zoals hij steevast het boerenerf noemde was van alles te beleven voor een echte natuurvriend als mijn vader. Slootje springen, kikkers vangen en vogels kijken. Het lied van de merel was het mooist. Van zijn korte schooltijd genoot hij het meest van die wandeling over de dijk tussen ruisende populieren.
In zijn dagelijkse einddoel, de kleuterschool en later de lagere school, zit sinds 1994 het sterrenrestaurant. ‘De Kromme Watergang’ van chefkok Edwin Vinke. Dit restaurant is aardig op weg om net zo beroemd te worden als Oud Sluis, een eindje verderop, van zijn collega Sergio Herman.
Mijn vader kwam uit een arm gezin. Achttien kinderen, waarvan dertien in leven, zei hij altijd. Met zijn vijven in een bed. Als er een omdraaide, moesten ze allemaal keren. Ze hadden weinig anders te verteren dan boerenstamp van andijvie, boerenkool of peekluts. Wanneer er in juli of augustus nieuwe aardappelen van het land kwamen werden die gegeten met botersaus en gedroogde haring. Een jaarlijks hoogtepunt. Wat een verschil met de poepsjieke eetgelegenheid in zijn oud schooltje. Daar wordt nu haute cuisine geleverd tegen uitzinnige prijzen. Weliswaar met streekproducten, maar toch. De keuken is zeer gewild. Vanuit heel Nederland komen ze naar Slijkplaat. Een jaar vooraf reserveren is soms nodig. Een schrijnend andere wereld dan die van mijn vader. Ik zei het al: het kan raar lopen.
Peter de Jaeger