HET ASTROLOGISCH ARGUMENT

 

Een dogmatisch antwoord is niet mogelijk en ieder ander

antwoord zal de vrije keuze verhinderen. Hij zal een

natuurlijke dood sterven bij een auto-ongeval, maar

nog jaren nadien zal men over hem spreken alsof het

diepste van zijn wezen voelbaar was geweest. Natuurlijk,

men kende zijn ouders, zijn vrienden, als rimpelingen in

het wateroppervlak en men wist dat hij de laatste tijd

veel meer dronk dan gewoonlijk. Soms was hij enige

dagen onvindbaar voor zijn beste vrienden en wanneer hij

hen dan weer ontmoette, was hij afwezig en maakte een

vreemd gevoel in je los: je wist dat er iets gaande was

maar dat leek niet te omschrijven. En zodra hij weer uit

je nabijheid was, had je dat onthoofde gevoel nog enige

tijd bij je totdat de werkelijkheid van de stad je onder-

dompelde in het ijskoude water van de gracht. De zachte

waanzin voert je naar plaatsen die je wel min of meer

herkent maar waar het telkens anders is. Hij had een

voetballer zonder elftal willen zijn.

 

 

1. Het was nog niet zo lang geleden dat ik hem ontmoet had en bij die gelegenheid was het gesprek  haperend verlopen, maar er leken toch al voldoende aanknopingspunten om de ontmoetingen voort te zetten. Hij was altijd nogal sceptisch in het eerste contact met onbekend, hij verafschuwde gesprekken over onbeduidende zaken die in zijn ogen niets anders betekenden dan een verhulling van de werkelijke leegte: woorden van bloedeloze plantaardige wezens of van ambitieuze schijn-intellectuelen. Maar nu leek het dan toch werkelijk anders te kunnen: de taal die zij spraken werd tot een symbolentaal, ontdaan van de verhullende bijvoeglijke naamwoorden, ontdaan van zwarte inkt (bovendien kent Brussel als beschermheilige St. Michel. Nu rook ik dat sigarettenmerk bij voorkeur, de kleuren groen-goud-zwart zijn zijn dezelfde die ik zie als ik met mijn over mijn oogleden wrijf. kortom, laten we aanvangen met dat beeld van Brussel).

        Hij had de gewoonte om, na aanvankelijk hoopgevend contact, de betrokkene eerstens een ansichtkaart te sturen met toepasselijke, meestal cryptische tekst. Zo ook aan Felix, die hierop snel reageerde in de vorm van een door hemzelf betekende en geschreven gele postbriefkaart. En dit alles begon in het voorjaar van 1972 toen hij zich in een depressieve bui aan het bedrinken was; en plotseling is daar Felix, die voorstelt om dan maar even naar buiten te gaan, naar het nabijgelegen Rosarium. De geur van het het alleen-zijn en de mogelijkheid daarover mededeelzaam te zijn. VAN TIJD TOT TIJD EN IN DIE MATE DAT MIJN REDELIJKE DENKEN VERSTOORD WORDT ZODAT IK REDUCEER TOT EEN SCHREEUWEND ONHANDELBAAR PERSOON.

        -'Ik weet niet wat me soms overkomt, het is een gevoel van overweldigd te worden door iets ongrijpbaars, een ongeluk dat niet aan iemand uit te leggen is, het zijn de kronkels in mijn hoofd en het wordt niet minder wanneer ik zo drink.'

        Felix: 'Hoe moet ik je zeggen dat ons leven korter is dan de dialoog tussen eb en vloed? Anders gezegd, hoe geven we onze emoties vorm? De emotionele aanwezigheid van het nu vormgegeven in het voorbijgaande en het in eerste staat van ontbinding verkerend materiaal van ons lijf, botten spieren nagels haren en de montuurloze lens. En dat alles onder de dreiging van de derde wereldoorlog. wtfy-higfvnjkmowatiseraandehandtfcvgfhmj denk je dat er tussen eb en vloed plaats en tijd van lichtjaren aanwezig is of kan zijn? Het lijkt me van wel en dat is dan ook de strohalm (of steel van een bloem die van ongekende pracht is) die zichtbaar aangeboden het licht in jaren vanuit de scherven en brokstukken van de nu voorbije tijd het licht in de toekomst aangeeft.'

        -'Maar ik denk toch dat er een vrije keuze moet zijn, dat je moet kunnen kiezen voor een bepaald noodlot terwijl je wel de beperkingen van die keuze kent. Het geeft geen zin je lot uit handen te geven en te leven naar wat je zonder meer overkomt, dat zou fatalisme zijn.'

        Felix: 'Welnee, het betekent slechts het aanvaarden van de ons door het toeval opgelegde beperkingen, zo maakt het ook niet uit of ik dood of levend besta.'

        -'Het is toch wel van belang nu, op dit moment, het oordeel is voor de anderen, veel veel later en wat dan nog? Ik moet toegeven dat ik ook niet precies weet waarom ik moet schilderen. Niemand verplicht mij daartoe, ik ben het zelf die me hiertoe aanzet, maar ik kan er niet achter komen wat ervan de reden is. Juist de voortdurende of het zin heeft dat ik dit doe, houdt me bezig en doet me er niet mee ophouden.. Terwijl ik me bewust ben van de absolute beperkingen. Zoals iemand zei, toen hij een van mijn schilderijen zag, dat ik een positieve fatalist ben, hetgeen in zekere zin ook waar is. Nu zou ik werkelijk dronken willen worden, laten we ergens wat gaan drinken.'

 

In het Rosarium was voor ons beiden veel duidelijk geworden, ze begrepen toen dat ze met dezelfde dingen bezig waren en dat was een veelbelovend begin. want de waanzin komt niet uit het gevoel maar uit de geest. Sedertdien ontmoette ik mijn vriend regelmatig, we spraken over literatuur en schilderkunst, soms lazen we dezelfde boeken maar we maakten totaal verschillende schilderijen hetgeen juist telkenmale een aansporing was tot weer nieuwe onderwerpen: hoe kan de vorm zo verschillend zijn als de idee dezelfde is?

 

 

2. Op een dag stuurde ik mijn vriend opnieuw een ansichtkaart uit Brussel, met de volgende tekst:

Zondag. Men betreedt het gebouw via een ruime hal met veel stenen maar weinig planten. De bewoners zijn geüniformeerd en kijken je niet onvriendelijk aan. Met vaste hand wordt men naar de daartoe geëigende cel gebracht nadat de Vrijheid, gehuld in het zwart, je lippen heeft beroerd. Er is geen keuze. Overigens is het mogelijk hier de tijd te verdrijven met denken en schrijven. Er zijn nog vele anderen hier, onherkenbaar en vluchtig in de lange gangen. De tralies zij langzaam in mijn hoofd geroest zoals een verkoudheid zich kan nestelen, wellicht kan het niet anders. Altijd de jouwe, Jozef K.

Dit was al eerder gebeurd en ik had daar ook al zo vorm aan gegeven, maar nog nooit eerder was het zover gegaan. Als antwoord ontving ik van Felix een postbriefkaart, beschreven met precies dezelfde tekst. Ik weet niet wat ik ervan denken moet. Zal ik hiermee ophouden? Heb ik dat niet zelf geschreven?

maar waarom dan twijfel ik…morgen zal ik dood zijn en hij huilt van verdriet, maar wisten wij dit niet al lang?

 

3. Vrijdag 27 december noteerde ik in mijn opschrijfboek:

"Vandaag de ganse dag in bed gebleven met het excuus van hevige keelpijn -hetgeen ook werkelijk zo was- maar in feite veeleer door onbevangen lethargie. Er is een draadje in mijn hoofd doorgebrand. Er ontbrak me de wil om iets te doen, iets te zeggen,  fatalisme hoewel dat enigszins werd getemperd of juist gevoed misschien door het lezen van La Peste, geschreven door geestverwant Albert Camus. Enige malen tranen in de ogen die niet over mijn wangen vloeiden maar opdroogden in mijn oogleden. Hevige ontroering over hoe iemand zo kan schrijven. Wanhoop en troosteloosheid die me vreemd genoeg stimuleren om door te gaan zodat ik laat in de middag toch maar opstond."

 

Maandag.

Na depressievolle dagen die ertoe leidden dat ik slechts vegeteerde, ben ik nu op het punt dat me in staat stelt alles te schilderen wat ik wil. De ontnuchtering door de wanhoop brengt me tot nieuw werk. Ik ben nu zover dat ik zelfs niet meer echt dronken word wanneer ik werk. Het bant de invloed van alcohol uit mijn bloed. Zoals vanavond hard gewerkt aan 'la musée pour l'art moderne' zo zou het kunnen heten. Een niet voor de hand liggende duidelijkheid die bestaat doordat ik duidelijkheid suggereer. Het leidt tot het Onderhuidse. Steeds meer ga ik me beschouwen als een representant van een nieuwe surrealistische vorm, de onderhuidse schilderkunst (godzijdank, ik ben niet erfelijk belast) terwijl het einde nadert, ongedurig trappelt de dood op de stoffige vloer achter mijn kamerdeur. Ik moet serieus zijn en het doet er allang niet meer toe wat anderen vinden. Sommige begrijpen het, al het overige is onzin.

Vrijdag.

"En wat zou je denken van de zomer was zo slecht nog niet? Deze en andere zaken dwalen door mijn hoofd terwijl ik eigenlijk elk moment niet als alledaags ervaar want ik weet precies wat ik doe. Het is niet het berekenende verstand dat me hiertoe brengt, veeleer een vaag gevoel.Misschien ben ik in een droom van het verleden terecht gekomen en zal ik ontwaken achter een beslagen raam dat uitziet op een regenachtige straat of is dit alles een nachtmerrie wanneer het ontwaken me telkens huilen doet. Maar ja, ik heb altijd gedronken om dronken te zijn en ik heb altijd bemind om bemind te zijn, hoe zou het anders kunnen zijn?"

 

24 juni. Een mateloos feest op de flat bij Felix. Rond een uur of twaalf groepeerde zich in de keuken een zestal gasten onder wie ook mijn persoon, en daar werd in hoog tempo de kostbare cannabis genuttigd, een bombardement van de kleine hersentjes. Het eerste sneuvelt de grote rijzige gestalte van Thomas, die ik liggend aantref op de deurmat. Enige tijd later blijkt Felix het balkon bevuild te hebben met braaksel, niemand die het ziet of hoort. De prima sfeer handhaaft zich totdatt iemand een aanval van woede niet kan onderdrukken, het is een persoonlijke tragedie in de lift waar hij met een kapotte fiets in de hand staat te huilen. Veel later stort de eerst rumoerige Britta geruisloos ineen op hetzelfde balkon op elf hoog. Ze was stomdronken, dat kan nooit goed gaan, denk ik, wanneer ik in zeer kennelijke staat in de taxi stap.

 

4 augustus. Mijn afkeer van het sentimentalisme en de ziekelijke nostalgie naar vroeger neemt toe. Mijn oren raken verstopt door luide altmodische muziek, het gaat nu zover dat de Tijden zich nadrukkelijk herhalen. enige dagen geleden beëindigde ik het portret van Edgar door het helemaal over te schilderen met een grauwe laag verf. Er is niets meer van te zien, maanden werk gaat verloren. Beter niks dan halfslachtig, het is toch allemaal mijn waanzin.

 

13 oktober. En dan mijn angstig voorgevoel ten gevolge van de huidige politieke Reactie, de legalisering van geweld. Jij zegt me hoe mooi het kan zijn. Ik bang in afwachting van de Nieuwe Tijd en zal langslapen in mijn bed, wederom maar anders: regressie, onvrijheid, anonimiteit, gewelddadigheid en vooral onzindelijk denken. Het lijkt voorspelbaar maar de uitkomst zou rampzalig kunnen zijn. Ik voel meer verbondenheid met de toekomst dan met de voltooid verleden tijd.

 

Zondag.

Niet alles is wat het lijkt en de ontmoetingen met Felix kwamen tot een dieptepunt toen hij van onvermogen blijk gaf om uitdrukking te geven aan zijn gevoelens. Ik ontstak in woede met de gedachte een 'ding' te zijn in zijn ogen. HIJ ZOU NOOIT DE HARMONIE VAN EEN CIRKEL WORDEN maar de toevalligheid blijven zijn van een voorbijganger.

        De harmonie van de vierkante cirkel… we zouden in staat moeten zijn om ons leven (het vierkant) in te passen een evenwichtige context (cirkel), zodat: Mijn Thuis Is In Mijn Hoofd. Want hij zal nooit kunnen denken met mijn hersenen, hij zal nooit kunnen horen zoals ik, hij zal nooit kunnen proeven met mijn mond. Ik zal een vierkant blijven; liefde is begrip en liefde is nodig te kunnen bestaan met hem en met mezelf. De rest is overbodig.

 

 

4.Eén van de weinigen met wie ik ook zeer regelmatig contact had, was Edgar, die ik al langer kende gedurende onze studententijd. Tussen ons beiden was een vertrouwen ontstaan dat men vriendschap pleegt te noemen. We hadden veel samen meegemaakt, het uitgangspunt was een herkenbare verwantschap die zowel emotionele als intellectuele aanknopingspunten had. Dit was ook aanleiding tot uitvoerige correspondentie met hem via briefkaarten en brieven. Wellicht was hij wat meer zwaarmoedig dan ik, maar zijn denkbeelden stonden zo dichtbij bij die van mij dat ik me werkelijk gelukkig kon voelen wanneer hij zijn gevoelens aan mij kenbaar maakte: soms leek er sprake van literaire verwantschap.

        Die middag vertrok ik naar Amsterdam, op bezoek bij Edgar thuis. We belanden in café Gollem waar ik boven lange tijd de flippermachine bespeel. Daarna zet zich ons gesprek voort omtrent deze barre tijden en onze rol erin, over 'het astrologisch argument' ( het zojuist verschenen boek van JG Toonder): een zeventiende eeuwse astroloog kan iedereen feilloos de sterfdatum voorspellen. Door zijn vijanden wordt hij uitgedaagd dat ook voor zichzelf te doen en op de bewuste datum wordt hij echter kerngezond wakker. Hij neemt een pistool en schiet zich door het hoofd. Hoe zou het ons vergaan? Misschien zou ik dan in de Seine springen om me uiteindelijk levenloos te laten meestromen naar de open zee. Edgar weet het nog niet: in gezelschap van grootmeester Fischer eeuwig schaak met God?

        Al gauw hebben we meer geestrijk Tripelbier gedronken dan we kunnen betalen. De vriendelijke jongeman achter de bar vertellen we van onze financiële beperkingen, desnoods zullen we wel de glazen spoelen. Het etablissement ademt de sfeer van ongedwongen vrijheid en we voelen ons erg op ons gemak hetgeen versterkt en bevestigd wordt doordat plots iemand achter de piano gaat zitten en de blues speelt (als je de ogen dicht doet, hoor je een zwarte zanger). Mijn goede vriend wil met hem in gesprek maar ik protesteer, je moet hem niet storen in zijn pianospel en toch komt het in orde: het toeval van geborgenheid in de weemoed van de blues. We beschrijven bierviltjes met flarden tekst uit ons gesprek: alles sal reg kom.

        Edgar telefoneert met verschillende mensen over onze benarde positie die we eigenlijk wel aangenaam vinden. Zijn oudere broer zegt toe dat hij ons zal helpen en komt. Ik zeg nog tegen de mooie jonge vrouw dat ik iedere dag de koningin bij mij de straat zie oversteken, dat ze lijkt op Ellen de V. De manier waarop ze me toelacht geeft een warm gevoel zoals de ganse avond hier het leven de moeite waard maakt. Laten we prettig sterven en zonder twijfels gelukkig zijn omtrent het aardse. Wanneer Roland het etablissement betreedt zitten we reeds erg dronken en beschaafd op de hoge krukken. Veel later, in de trein van Amsterdam naar mijn thuishaven in Utrecht, val ik een diepe roes en de conducteur moet mij tijdig wekken om niet in het diepe Franse Zuiden te arriveren. Opvoeding is beschaving, dacht ik en nog veel meer. De cirkel zit in mijn hoofd en misschien wordt het nog wel een vierkant.                

 

                        janruward