Baby Acid Jesus
Van 29 november tot 2 december stond Utrecht in het teken van Le Guess Who. Een festival dat ooit begon als showcase voor nieuw aanstormend talent uit Canada, maar dat sinds 2009 ook bands en muzikanten uit andere landen toelaat. Zondag 2 december was le Guess Who Fuzzbox in zaal Tivoli. Daar moest ik naar toe, want een van mijn favoriete hedendaagse bands zou daar optreden: ‘White Fence’. Van hen heb ik een LP of vijf vol met een mix van experimentele West-Coast jangly rock en met hele kilo’s aan effecten en leipigheid er over heen. De rest van het festival nam ik dan op de koop toe. Toch weer een gezellig dagje uit.
Ik heb al eens geschreven over die radio-onvriendelijke muziek door lelijke mensen. Het opvallende aan deze bands is dat de muziek vuig en rauw klinkt, garage muziek dus, maar dat de roots heel breed liggen en globaal de afgelopen 50 jaar popmuziek omspannen. Dat levert heel originele en ongewone muziek op. Enfin, zelfs op zondagmiddag sta je rond een uur of twee in de file, dus we kwamen bijna te laat in Utrecht om opkomende Nederlandse underground ster Jacco Gardner te mogen bewonderen met zijn bevreemdende mix van psychedelische pop a la Syd Barret met 80s New Wave en zelfs rave-achtige momenten. Hij heeft Pitchfork en NME al gehaald en zijn debuut LP komt begin 2013 uit op het Amerikaanse Trouble in Mind label. Heel bijzondere en ook goede muziek.
Een leuk introvert begin van een middag en avond die vooral gevuld zouden gaan zijn met bergen kolere herrie.
Jacco speelde nog in een klein, goed gevuld bovenzaaltje. Voor de rest van het programma verhuisden we naar de grote zaal. Vrijwel direct begon daar een band te spelen die een zo onuitsprekelijk kutgeluid had dat het me direct deed denken aan de ergste punk bands in het Bredase Para anno 1981. Twee meisjes en twee jongen uit de US die samen de X Ray Eyeballs vormen. Zang was niet te horen, drum was niet te horen, bass was niet horen, occasional orgel was niet te horen. Het klonk als een enorme machine in een grote fabriekshal die steeds net niet vast loopt maar aan alle kanten schuurt en kottert. Verschrikkelijk. Snel een biertje gaan drinken om de noise uit mijn oren te krijgen. Dit was niet meer radionvriendelijk maar echt mens- en muziekonvriendelijk. De Eyeballs speelden op het grote podium.
In dezelfde zaal was aan de zijkant een tweede podium opgericht. Daar begonnen even later de Griekse Acid Baby Jezus te spelen. Alweer zo’n zompige klote sound met vooral heel veel bas en gedreun maar toch stegen er magische klanken op uit deze noisebrij. Een soort mix van Killing Joke en T.C. Matic met Amerikaanse garage psych muziek. Ook het het feit dat ze met de Black Lips gespeeld hebben is te begrijpen. Net zo’n fanatieke aanpak. Dit was helemaal geweldig. De in Tivoli voor een tientje aangeschafte debuut elpee is een onvervalste kraker. De Grieken kunnen beter hun frustraties in muziek gaan stoppen dan met twijfelachtige rechtse idealen het leven van immigranten zuur maken.
Hierna op het grote podium een band uit L.A met de merkwaardige naam Allah-las. Ik weet niet eens of ik met zo een naam op het podium zou durven gaan staan. Wat vage wazige figuren die een niet al te fanatieke ingehouden gitaarmuziek maken die het midden houdt tussen de 80s Feelies en weer van die Amerikaanse 60s 12-string garage bands. Eigenlijk best wel tof maar weer dat gare kut geluid. Ik keek achterom naar de man achter de knoppen en zag een puisterige jongeling staan die met een gespeeld gevoel van zelfvertrouwen om zich heen keek. Hadden ze niet wat beters dan een stagiaire kunnen krijgen? De bassdrum klonk meer als Metallica en de bas alsof Rammstein bezig was. Een aardig optreden maar het kwam niet over. In ieder geval niet op mij. Ik begreep van de lieden om mij heen dat de debuutelpee een cult-klassieker is. Ik zal hem nog eens uitchecken.
Hierna was het tijd voor een soort garage hardcore punk die de hele zaal tot een kolkende massa maakte waarbij liters bier door de lucht vlogen. Fidlar (Fuck it Dog Life’s a Risk.) Hele cliche-matige punky garage muziek weer uit Californie maar wel precies wat een deel van het jongere publiek nodig had. Heel heel veel energie en agressie. Je moet er van houden.
De hierop volgende softe soul van Buddy Holly lookalike Nick Waterhouse kon mij niet bekoren. Ik zag hem ook al dit jaar op het Rotterdamse Metropolis festival. Altijd handig dat er bands geprogrammeerd worden die je de tijd geven even een hapje te gaan eten.
Eenmaal terug was het tijd voor het Franse trio Feeling of Love op het kleine podium. Drums, gitaar en pompend orgel. Dat was even wennen. Het orgel en de drums legden de heftig groovende basis die deed denken aan bands als Suicide. Hierover de gitaar en bevreemdende zang. Het geheel had een heel toffe zuigende kwaliteit en ineens voor we het wisten was de set dan ook voorbij. Wat kan tijd snel gaan. Het klote geluid werkte hier erg goed, omdat de orgel-drum sound vet en meeslepend werd.
Nog koud bekomen van deze Franse kleine sensatie stond daar White Fence al weer op het podium. Een echte cultband voor het eerst in Nederland. Een geniale gitarist die als een gek freakte maar toch ook wonderschone liedjes uit zijn instrument toverde, een monotone bassist die zo uit the Wipers gestapt leek te zijn, een slaggitarist met lang blond haar, glittertjes in zijn gezicht en een rood handschoentje aan zijn slaghand en een piepjonge drummer die er uit zag alsof hij net zijn zestiende verjaardag achter de rug had. Een heel tof optreden. Misschien wat al te veel solo geriedel maar toch. Op 12 december staan ze nog in Eindhoven. Echt een aanrader.
Inmiddels was Tivoli afgeladen vol. Bij de ingang hing het bordje ‘Uiverkocht’. Er was veel jeugd die behoorlijk uit zijn dak ging. Is er weer hoop? De Texaanse Nightbeats verdronken met hun rauwe sound weer in het vreselijke geluid dat er eigenlijk de hele avond was. Ze irriteerden meer dan dat er iets te genieten viel. Heel jammer want hun debuut elpee is heel aardig. Rauwe psychedelische rhythm and blues met waanzinnige gitaareffecten.
Tot slot was het aan opkomende ‘ster’ Ty Segall om het toch al geslaagde festival waardig af te sluiten. De nog jonge Amerikaan heeft al een hele serie releases op zijn naam. Hij heeft ook samengewerkt met bijvoorbeeld the Sic Alps, White Fence en anderen. Eindelijk werd het geluid te pruimen en het dak ging er af bij publieksfavorieten als ‘Mind spinning’ en ‘Wave goodbye’. In zijn agressie en dynamiek deed zijn optreden denken aan een hedendaagse versie van Kurt Cobain’s Nirvana maar dan wel met een meer garage approach. Ty, een heel leuke enthousiaste roodharige twintiger die totaal geen kapsones leek te hebben, gaat het nog heel ver schoppen.
Ook uniek. Er klom een kerel het podium op die heel relaxed de retestrakke en knappe drumster begon te filmen. De man wilde daar niet mee ophouden en werd uiteindelijk door Ty Segall zelf van het podium af geflikkerd. Wat een leipo. Trauma Helikopter uit Groningen hebben we helaas gemist.
Uiteindelijk keerden we toch zeer tevreden huiswaarts. Ondanks het kutgeluid waren er een aantal fantastische nieuwe bands voor het eerst in Nederland te bewonderen. Volgende keer sta ik er weer.
Marthy Coumans