"Don’t enjoy". Die vreemde boodschap gaf filmmaker Jhonny Hendrix Hinestroza (1975) vooraf bij de presentatie van zijn indrukwekkende debuut ‘Choco’. Raar, maar achteraf weet de kijker waarom. Het is beslist geen prettige film om naar te kijken, het tegendeel van eenfeelgood movie.Choco is een realistisch, rauw portret van een klein dorp in de gelijknamige streek in Colombia, waar veel afro-Colombianen wonen. De film vertelt het verhaal van een moeder en haar twee kinderen. Haar man maakt het kleine beetje geld op aan drank en gokken in het café. Bovendien mishandelt hij haar. Choco is gedraaid met lokale mensen in de geboortestreek van de regisseur. Hij gebruikt lokale elementen, zoals muziek en tradities. Het straatarme gebied is sterk vervuild door goudzoekers die kwik gebruiken bij de mijnbouw. Mismaakte kinderen en vroege sterfte zijn het gevolg. Bij de presentatie in Cartagena zat de regisseur naast de president van zijn land. "Hij was zichtbaar onder de indruk. Maar twee weken later gaf hij een vergunning af voor exploitatie van een nieuw gebied om goud te winnen".
Toch eindigt de film positief met een feest. "Er blijft altijd hoop op verbetering", verklaart Hendrix tijdens de Q&A het slot van zijn film die je bij je lurven pakt. De maker weet het lokale verhaal op te schalen tot een universeel thema: liefde is oorlog. Een ware ontdekking tijdens deze achtste editie van het Latijns Amerikaanse Film Festival (LAFF) in Utrecht (18 t/m 27 april). Jammer genoeg is er voor deze parel nog geen distributeur gevonden.
Tijdens het LAFF stond Colombia in focus. Van de vijftig speelfilms kwamen er zeven uit Colombia plus vier korte films. Filmland bij uitstek is evenwel nog steeds Argentinië, tevens het meest verwesterde land in Latijns-Amerika. De mooiste (en meeste) films kwamen uit dat land. Hartverwarmend is het originele ‘Un Cuento Chino’ van Sebastian Borensztein. De opening is hilarisch. Wanneer een Chinese jongeman zijn lief ten huwelijk vraagt in een bootje verplettert een uit de lucht vallende koe zijn aanstaande bruid. De treurende man vertrekt naar Buenos Aires om een nieuw leven te beginnen. Daar aangekomen ontmoet hij Roberto. De twee kunnen geen woord van elkaar verstaan, maar toch ontstaat er een vriendschap. Roberto neemt de wanhopige Chinees op sleeptouw door de stad. Deze prima geacteerde en fraai vormgegeven film won de Publieksprijs.
Minder geloofwaardig is ‘La mosca en la Ceniza’ van Gabriela David. Het verhaalt over twee jonge meiden van het platteland die een betere toekomst zoeken in de grote stad. Zij worden beduveld en belanden in een bordeel. Beiden hebben een andere kijk op het leven. Het ene meisje past zich aan, terwijl de ander vergeefs probeert te ontsnappen. Tja. De continuïteit van hetstory boardgaat hier en daar mank. De een zoekt een uitweg maar vindt niks, terwijl de ander hoopt op verlossing van buitenaf en per ongeluk een weg naar buiten vindt. De binnenopnamen zijn wel sfeervol, met zachte belichting gemaakt.
De thriller "Phase7" van Nicolas Goldbart lijkt enigszins afgeleid van het Spaanse "Rec", een succesvolle horror van een paar jaar terug. Mensen worden opgesloten in hun appartement en afgesloten van de buitenwereld, omdat er een virus in het gebouw zou rondwaren. De paranoïde bewoners vormen groepjes en gaan vervolgens elkaar te lijf. Een bizar verhaal dat een mengelmoesje is van spanning, humor en sociaal drama. De afwezigheid van een keuze van de maker voor één bepaalde richting maakt dat het geheel niet overtuigt.
Die keuze is bijvoorbeeld wel duidelijk in ‘El Campo’ van Hernan Belon. De sfeer is eenduidig met psychologisch sterk uitgewerkte karakters waar je meteen in gelooft. Elisa en Santiago verhuizen met hun dochtertje vanuit de stad naar een huis op het platteland (el campo in het Spaans). De man geniet volop, gaat meteen klussen in en om het huis en gaat jagen met de buurman. De vrouw ziet het minder rooskleurig in, moppert over alle tekortkomingen van het huis en vermijdt elk contact met de buren. De onderhuidse spanningen lopen op en de vrouw wil weg. Voor de lieve vrede gaan ze weer terug naar de stad. Onderweg is de man in tranen, maar de vrouw is opgelucht en weet hem te troosten. Liefde zonder compromis is onmogelijk, lijkt deze film te benadrukken.
Dergelijke scènes uit een huwelijk komen ook voor in het schitterende ‘De Jueves a Domingo’ van Dominga Sotomayor uit Chili. In deze road movie worden de perikelen gevolgd vanaf de achterbank door kinderogen. Je ziet alleen de man en vrouw met elkaar soebatten, maar hoort niet waar het over gaat. De kinderen voelen donders goed aan dat dit misschien wel de laatste trip is die ze met het hele gezin maken. Deze film won al een Tiger Award tijdens het Rotterdams filmfestival.
We eindigen met de openingsfilm: ‘Violeta se fue a los Cielos’ van Andres Wood. Deze Chileense regisseur maakte een biopic van volkszangeres Violeta Parra. Deze Chileense Edith Piaf vertolkte in de jaren vijftig oude volksliedjes en gaf daarmee vorm aan de ziel van het land tot ver over de grens. Haar leven werd getekend door verlaten liefdes en andere tegenslag. Ze zong over sociale wantoestanden, waardoor ze zelfs in Polen met open armen werd ontvangen. Haar muziek is prachtig. De actrice die Violeta speelt heeft alles zelf ingezongen. Misschien dat ze een carrière als zangeres kan beginnen, want haar acteerprestatie kruipt niet echt onder de huid.
Al met al was het weer volop genieten op deze editie van het LAFF. Hopelijk gaat het festival nog jaren door. I love LAFF.
Peter de Jaeger