Virginia Woolf
Virginia Woolf
Virginia Woolf
Een van de beste en meest interessante films uit de jaren zestig voor mij is toch wel Who’s Afraid of Virginia Woolf? Deze film uit 1966 is een perfect voorbeeld van een film, waarin de acteurs echt alle ruimte krijgen om te excelleren. En dat is opgemerkt in Hollywood, waar de film vele Oscarnominaties en de nodige Oscars in de wacht wist te slepen.

Who’s Afraid of Virginia Woolf?  is niet alleen een acteursfilm, maar ook een van de beste en meest bejubelde debuutfilms die ooit zijn verschenen. Regisseur Mike Nichols wist later in zijn carrière nog genoeg uitstekende films te maken, zoals het direct na deze film volgende The Graduate (1967), maar wist eigenlijk nooit meer het niveau te bereiken van dit debuut.
Dat hoge niveau wordt vooral bereikt vanwege de vier acteurs, die van Who’s Afraid of Virginia Woolf? een zeer geslaagde verfilming van het toneelstuk van Edward Albee wisten te maken, uiteraard gesteund door de regie van Nichols en het scenario van Ernest Lehman. De hoofdrollen waren weggelegd voor Elizabeth Taylor en Richard Burton, die ten tijde van deze film getrouwd waren en waarschijnlijk deel uitmaakten van een van de meest roemruchte Hollywood-koppels ooit. Ook in Who’s Afraid of Virginia Woolf? spelen deze twee iconen een echtpaar. Misschien wel de grootste reden, dat de chemie zo van het scherm afspatte.
Taylor en Burton vertolken in de film het echtpaar George en Martha, die in een klein universiteitsstadje aan de oostkust van de Verenigde Staten wonen; New Carthage. Martha is de dochter van de universiteitsdecaan; George is professor geschiedenis aan de universiteit van dit stadje. Al vanaf het begin van het verhaal, als ze terugkomen van een feest dat de vader van Martha heeft georganiseerd, wordt duidelijk dat dit geen alledaags huwelijk betreft. Beiden overduidelijk dronken, laten zich verleiden tot een ruzie waarin de nodige woorden vallen. Dit zou, naar later blijkt, aan de orde van de dag zijn bij het stel. Thuiskomend, om twee uur ’s nachts, krijgen zij bezoek van een ander, jonger, koppel, dat ze eerder hebben ontmoet op het feest. En zo maakt het stel Nick en Honey zijn opwachting in het huis van het echtpaar. Nick is een net aangestelde, jonge professor biologie; Honey zijn enigszins grijze, muizige vrouw.


Wat daarna volgt is een twee uur durende stroom aan gesprekken, die al snel een nogal kwetsende, sarcastische en bijtende wending neemt. In het begin zijn het vooral George en Martha die fel tegen elkaar uitvallen en al hun gedurende hun huwelijk opgebouwde frustraties de loop laten. De teleurstellingen die beiden voelen ten opzichte van elkaar en van het leven, uiten zich in een bizarre machtstrijd waarin Martha in het begin de krachtige, en George vooral de passieve persoon lijkt te zijn. Gedurende de nacht verloopt, kantelt deze strijd steeds meer en worden ook Nick en Honey betrokken bij de strijd die zich tussen Martha en George plaatsvindt. Hierbij wordt het jonge stel door het oude echtpaar vooral gebruikt om tegen elkaar van leer te gaan. Echter, ze proberen ook doelbewust het jonge stel de illusie te ontnemen dat het leven alleen maar geweldig en probleemloos is.


George en Martha gebruiken, om tegen elkaar en het jonge stel te keer te gaan, een soort bizarre spelvorm waarbij er steeds nieuwe spelletjes worden verzonnen door vooral George, om de gasten en de eigen partner te vernederen en te kwetsen. Dit gaat gepaard met de nodige sadistische, vulgaire, cynische opmerkingen en gebaren. De eerder genoemde machtsstrijd valt al te zien bij het kleinste gebaar, zoals het vragen om een vuurtje of het openen van de deur. Later worden er door George spelletjes verzonnen met alleszeggende namen als Humiliate The Host, Get The Guests en Hump The Hostess. Ik zal niet alles verklappen, maar er is nog een vierde spel, de zogenoemde finale. Dit laatste spel werpt een enigszins andere blik op de twee uur die je als kijker hebt aanschouwd, maar dat moet je zelf maar ervaren.
Zoals gezegd is het vooral de teleurstelling in elkaar en in het leven, die Martha en George zo uit elkaar hebben gedreven. Martha, dochter van de decaan, had de hoop dat haar partner op den duur de rol van haar vader over zou nemen, wat duidelijk niet is gelukt. Ook George zag zichzelf in een grotere rol, maar is altijd in de schaduw van zijn schoonvader blijven staan. De vergelijking met het jongere koppel lijkt dan ook ver te zoeken, maar niets is minder waar. Het jonge stel zal waarschijnlijk eenzelfde toekomst vol gemiste kansen en teleurstellingen tegemoet gaan. Ook op een ander vlak lijken de koppels op elkaar: waar George met Martha getrouwd lijkt te zijn vanwege haar positie als dochter van de universiteitsdecaan, en Martha in George een perfecte toekomstig afdelingshoofd zag, is Nick met Honey getrouwd vanwege de erfenis die zij heeft vergaard via haar rijke vader. Een laatste gelijkenis ligt verscholen in het grote geheim wat de twee koppels bindt, en wat ik hier verder niet zal verklappen.
De film zit vol religieuze, politieke en symbolische verwijzingen. Zo verwijzen George en Martha naar de eerste Amerikaanse president en zijn vrouw. Ook de plaatsnaam New Carthage is symbolisch; zoals het oude Carthago uiteindelijk ten onder ging, vindt ook hier een destructie plaats: die van de Amerikaanse Droom, waarvan toneelschrijver Albee vond dat deze in de jaren vijftig een hypocriete, illusionaire afspiegeling van de realiteit was geworden. De illusie in tegenstelling tot de realiteit speelt sowieso een grote rol in deze film: het is de illusie waar men zich hier aan vastklampt, en de realiteit die men liever niet onder ogen ziet.


Liefhebbers van toneelverfilmingen, fenomenale acteerprestaties en verbluffende dialogen kunnen hun hart ophalen bij deze geweldige klassieker, die ons een realiteit toont die wij misschien liever niet willen zien: die van de vergane illusies en de teleurstellende levens van onszelf en van onze naasten.
Martijn Flamman